Vanuit het bestuur
donderdag 02 septemberDrukte op de arbeidsmarkt en voortgang erkenningsaanvraag
Beste leden,
Hopelijk hebben jullie ook van een vakantie kunnen genieten deze zomerperiode. Voor mij in elk geval fijn om afstand te kunnen nemen van de onrust door corona die blijft bestaan op de werkvloer, naast de gebruikelijk hectiek van ons vak.
De afgelopen tijd krijg ik de vraag hoe ik denk over de arbeidsmarkt voor SEH-artsen. In tegenstelling tot veel andere specialismen is er nog steeds een groot tekort aan SEH-artsen. Zelf denk ik, dat als je grof rekent met een minimale bezetting volgens onze workforce, er nog meer dan voldoende vacatures beschikbaar zijn voor SEH-artsen voor een groot aantal jaren. Zelfs zoveel vacatures dat er echt een noodzaak is om meer mensen op te leiden, iets wat we dan ook frequent onder de aandacht brengen van onder andere het Capaciteitsorgaan.
Soms wordt aangedragen dat er bij een verdere concentratie van de acute zorg minder SEH-artsen nodig zouden zijn. Dit zie ik niet zo, want bij een concentratie zal er dezelfde hoeveelheid patiënten acute zorg nodig hebben. Ook de inzet van andere specialisten op SEH zal niet het verschil maken in het tekort, mede doordat er behoefte zal blijven aan onze unieke kennis van de spoedeisende geneeskunde en specifieke vaardigheden.
Een bijkomende reden voor de arbeidsmarkt-krapte is dat door hoge werkdruk, onvoldoende erkenning in ons werk en andere keuzes in het beleid er helaas een uitstroom is van collega’s.
Vanuit het individu die een baan zoekt is er dan ook voldoende keuze, dit biedt de mogelijkheid om na te denken over wat bij je past, maar ook welke randvoorwaarden belangrijk zijn. Het tekort aan SEH-artsen geeft voor vakgroepen uiteraard problemen als er gezocht moet worden naar uitbreiding of vervanging. Tegelijk biedt de schaarste ook een mogelijkheid om als vakgroep stevig te onderhandelen met RvB en binnen de medische staf over de positie van de SEH-arts binnen het ziekenhuis. Dit geldt zowel voor de bestuurlijke positie, voor medisch inhoudelijke verantwoordelijkheid, maar zeker ook voor de arbeidsrechtelijke voorwaarden.
Als bestuur proberen we aandacht te vragen voor het belang van duurzame inzetbaarheid van de SEH-arts in verschillende overleggen. Maar ook voor de tekorten die er zijn en wat dit betekent voor de kwaliteit van acute zorg.
In het kader van de arbeidsmarkt-krapte zou onze erkenning ook een deel van de oplossing kunnen zijn. Zowel doordat dit invloed kan hebben op de uitstroom, als dat er dan hopelijk meer mogelijkheden komen tot opleiden. De commissie waarin onze erkenning wordt beoordeeld, waar wij natuurlijk ook aan deelnemen, gaat zoals verwacht traag. Echter zijn de gesprekken tot nu toe constructief en we hebben het idee dat er erkenning is voor onze toegevoegde waarde binnen de acute zorg in Nederland. We zijn er zeker nog niet. Deze zomer hebben we hierover geen overleggen meer gehad, maar de komende maanden zal er weer frequent worden vergaderd. We blijven jullie uiteraard van de ontwikkelingen op de hoogte houden.
Zowel over de erkenning , arbeidsmarkt of andere thema’s hoor ik graag jullie vragen of suggesties,
Met vriendelijke groet,
David Baden
Voorzitter NVSHA