Vanuit het bestuur

Ditmaal een gecombineerd stuk van twee van jullie bestuursleden; jullie voorzitter en de waarnemend voorzitter. Vanaf dit moment zal David Baden mij waarnemen tijdens mijn verlofperiode, tot half oktober.

In de afgelopen periode is de situatie rondom de Covid-19 epidemie in een wat rustiger vaarwater geraakt. Er is inmiddels een herstart van een aantal van de ‘normale’ zaken in de bedrijfsvoering en afstemming op regionaal en landelijk niveau. Niet dat het afgelopen is, zeker niet. Zeker omdat wij op de SEH nog de extra werkbelasting blijven ervaren van de patiënten met een verdenking corona.

Maar met het fors lagere aantal gevallen en de toenemende capaciteit op de Intensive Care’s in Nederland, keert het gevoel van rust een klein beetje terug. Tijd om de balans op te maken, en vooral ook te leren van de afgelopen periode; wat kunnen we op alle verschillende niveau’s beter en anders doen als een nieuwe opvlamming van het aantal gevallen zou komen, maar ook welke lessen kunnen we meenemen in geval van een volgende andere pandemie? Er vindt hierover overleg plaats, er zijn meerdere platformen die zich met deze vraag bezig houden. Ook in onze ziekenhuizen wordt teruggekeken en geleerd van de afgelopen periode.

Daarnaast zijn wij ook weer in gesprek met de politiek. Hier proberen we aandacht te blijven vragen voor de uitdagingen waar we tegen aan lopen op de SEH en als SEH-arts. Uitdagingen die vaak zijn uit vergroot tijdens de corona crisis en die ook al door andere partijen onder de aandacht worden gebracht. Een goed voorbeeld is het vergroten van de waardering van het personeel in de zorg.

Wij proberen in deze discussie naast de aandacht die er is voor het salaris, juist ook aandacht te vragen voor de “secundaire” arbeidsvoorwaarden. Wij werken niet alleen zeer onregelmatig, maar hebben ook diensten waarin onderbrekingen slecht te plannen zijn en wij willen dan ook dat de impact hiervan meer wordt meegenomen in het personeelsbeleid.

Voorbeelden zijn het mogelijk maken van vaste rustmomenten tijdens een (nacht)dienst, maar ook doorvoeren van nieuwe inzichten voor het beter doorkomen van frequente nachtdiensten, zoals het aanbieden van gezonde voeding, andere indeling diensturen en dienstblokken of beschikbaar stellen van een ontspanruimte.

Wij blijven ook aandacht vragen voor de unieke kennis van de acute zorg die de SEH-arts heeft zowel op de werkvloer als organisatorisch. Wij zijn van mening dat die kennis zijn weg nog niet voldoende vindt naar beleidsmakers. We dienen te worden uitgenodigd in overleggen die gaan over de acute zorg, niet alleen landelijk, maar ook regionaal en lokaal.

Het verworden van een medisch specialisme zou hier ons ook in kunnen helpen, daarom is het mooi om te zien dat deze ambitie ook erkend wordt in de politiek. Het Tweede Kamerlid Joba van den Berg (CDA) heeft deze week in debat met Minister van Rijn van VWS dan ook de vraag gesteld: ‘Is de Minister bereid spoedeisende hulp artsen te erkennen als zelfstandig specialisme?”

Zijn antwoord zullen we nog even op moeten wachten tot het vervolg van het debat….

Mochten er nog andere thema’s aandacht behoeven dan horen wij die graag,

David Baden
Waarnemend voorzitter en portefeuillehouder kwaliteit NVSHA

mede namens,

Annemarie van der Velden
Voorzitter NVSHA